In 1792 en opnieuw in 1794 werd het Oostenrijkse bewind door een inval van Franse revolutionairen weggemaaid. De Zuidelijke Nederlanden, nu ook met het prinsbisdom Luik, waren voortaan “les pays Belgiques”, die aanvankelijk werden behandeld als veroverd gebied. Het land werd systematisch leeggezogen door tal van contributies en rekwisities. Daarbovenop kwam nog het eerste papieren geld, de gehate assignaten, die al gauw niets meer waard waren. In 1795 werd België officieel bij Frankrijk aangehecht, waardoor de revolutionaire wetgeving ook hier ingang vond. Dat leidde tot nieuwe Franse belastingen, maar ook tot een hevige kerkvervolging, waarbij vele geestelijken het leven verloren en nog meer kerkgebouwen en hun interieur aan de sloop werden prijsgegeven. Ook de armenzorg en het onderwijs werden op een nieuwe leest geschoeid, maar het gevolg was dat de mensen steeds armer werden en het onderwijs totaal werd verwaarloosd. Toen bovendien de jongemannen werden opgeroepen door het leger, brak de Boerenkrijg uit, die hardhandig werd neergeslagen. Veel erger kon het niet meer worden. Meest positief was de herindeling van het land in departementen, die de oorsprong vormen van onze huidige provincies. .
Mol - 'T Getouw
2400 MOL